Met uitzondering van Slovenië zijn al deze staten gekenmerkt door instabiliteit, etnische spanningen, migratievraagstukken, omvangrijke corruptie en hoge werkloosheid, een zwakke staat en een staatsbestel waarin het gekozen parlement weinig invloed heeft.
À l’exception de la Slovénie, tous ces États sont caractérisés par l’instabilité, les tensions ethniques, des problèmes de migration, des niveaux élevés de corruption et de chômage, un État faible et une influence limitée pour les parlements élus.