Traduction de «gekomen merkt evenwel » (Néerlandais → Français) :

9. onderstreept dat de universele dienst niet de enige of de belangrijkste stuwende kracht achter de verwezenlijking van de „Breedband voor iedereen”-doelstelling is, aangezien de investeringskosten hoog zijn en niet automatisch tot significant betere diensten voor de consument wordt gekomen; merkt evenwel op dat in artikel 15 van de universeledienstrichtlijn wordt bepaald dat de omvang van de universele dienst op gezette tijden wordt geëvalueerd en benadrukt het feit dat bij deze evaluatie rekening wordt gehouden met de evaluatie van de uitvoering van de bepalingen van de richtlijn en de vaststellingen in het kader van lopende effectbeoordeling, met name wat de mate waarin breedbandnetwerken worden ontplooid en de feitelijke absorptie door de gezinnen betreft;
9. souligne que le service universel n'est pas le seul moteur essentiel permettant de réaliser l'objectif du «haut débit pour tous», compte tenu du montant élevé des coûts d'investissement nécessaires, et qu'il n'entraînera pas forcément une amélioration significative des services proposés aux consommateurs; relève toutefois que l'article 15 de la directive «service universel» dispose qu'il est procédé périodiquement au réexamen de la portée du service universel, et souligne que ce réexamen tient compte de l'évaluation de la mise en œuvre des dispositions de la directive et des observations de l'évaluation des incidences en cours, en particulier en ce qui concerne l'ampleur du déploiement des réseaux à haut débit et l'utilisation réelle par les ménages;

9. onderstreept dat de universele dienst niet de enige of de belangrijkste stuwende kracht achter de verwezenlijking van de "Breedband voor iedereen"-doelstelling is, aangezien de investeringskosten hoog zijn en niet automatisch tot significant betere diensten voor de consument wordt gekomen; merkt evenwel op dat in artikel 15 van de universeledienstrichtlijn wordt bepaald dat de omvang van de universele dienst op gezette tijden wordt geëvalueerd en benadrukt het feit dat bij deze evaluatie rekening wordt gehouden met de evaluatie van de uitvoering van de bepalingen van de richtlijn en de vaststellingen in het kader van lopende effectbeoordeling, met name wat de mate waarin breedbandnetwerken worden ontplooid en de feitelijke absorptie door de gezinnen betreft;
9. souligne que le service universel n'est pas le seul moteur essentiel permettant de réaliser l'objectif du "haut débit pour tous", compte tenu du montant élevé des coûts d'investissement nécessaires, et qu'il n'entraînera pas forcément une amélioration significative des services proposés aux consommateurs; relève toutefois que l'article 15 de la directive "service universel" dispose qu'il est procédé périodiquement au réexamen de la portée du service universel, et souligne que ce réexamen tient compte de l'évaluation de la mise en œuvre des dispositions de la directive et des observations de l'évaluation des incidences en cours, en particulier en ce qui concerne l'ampleur du déploiement des réseaux à haut débit et l'utilisation réelle par les ménages;

135. merkt op dat het totale meest waarschijnlijke foutenpercentage door de Rekenkamer is geraamd op 1,7 % (Jaarverslag, punt 5.13); betreurt evenwel dat in tussentijdse en saldobetalingen een aanzienlijk foutenpercentage is vastgesteld dat volgens commissaris Andris Piebalgs ongeveer 5 % bedraagt en zelfs nog hoger zou uitvallen wanneer begrotingssteun niet in de berekening zou worden opgenomen; wijst er voorts op dat alle kwantificeerbare fouten werden aangetroffen in de tussentijdse en saldobetalingen (Jaarverslag, punt 5.13); betreurt dat twee derde van de in saldobetalingen vastgestelde fouten niet tijdens de controles van de Commissie aan het licht waren gekomen (Jaarverslag, punt 5.16);
135. constate que, dans l'ensemble, le taux d'erreur le plus probable estimé par la Cour des comptes s'élève à 1,7 % (rapport annuel, point 5.13); regrette cependant qu'un taux d'erreur significatif ait été décelé dans les paiements intermédiaires et finals, taux qui atteint environ 5 % selon le membre de la Commission Andris Piebalgs et qui aurait pu être plus élevé si l'appui budgétaire était exclu du calcul; observe par ailleurs que toutes les erreurs quantifiables détectées concernent les paiements intermédiaires et finals (rapport annuel, point 5.13); déplore que deux tiers des erreurs détectées dans les paiements finals n'avaient pas été mises au jour par les contrôles de la Commission (rapport annuel, point 5.16);

133. merkt op dat het totale meest waarschijnlijke foutenpercentage door de Rekenkamer is geraamd op 1,7 % (Jaarverslag, punt 5.13); betreurt evenwel dat in tussentijdse en saldobetalingen een aanzienlijk foutenpercentage is vastgesteld dat volgens commissaris Andris Piebalgs ongeveer 5 % bedraagt en zelfs nog hoger zou uitvallen wanneer begrotingssteun niet in de berekening zou worden opgenomen; wijst er voorts op dat alle kwantificeerbare fouten werden aangetroffen in de tussentijdse en saldobetalingen (Jaarverslag, punt 5.13); betreurt dat twee derde van de in saldobetalingen vastgestelde fouten niet tijdens de controles van de Commissie aan het licht waren gekomen (Jaarverslag, punt 5.16);
133. constate que, dans l'ensemble, le taux d'erreur le plus probable estimé par la Cour des comptes s'élève à 1,7 % (rapport annuel, point 5.13); regrette cependant qu'un taux d'erreur significatif ait été décelé dans les paiements intermédiaires et finals, taux qui atteint environ 5 % selon le membre de la Commission Andris Piebalgs et qui aurait pu être plus élevé si l'appui budgétaire était exclu du calcul; observe par ailleurs que toutes les erreurs quantifiables détectées concernent les paiements intermédiaires et finals (rapport annuel, point 5.13); déplore que deux tiers des erreurs détectées dans les paiements finals n'avaient pas été mises au jour par les contrôles de la Commission (rapport annuel, point 5.16);

17. merkt op dat het aantal op de arbeidsmarkt actieve vrouwen weliswaar is toegenomen, maar dat er niet veel verandering is gekomen in de werkpatronen wat betreft het realiseren van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen; merkt evenwel op dat uit onderzoeken blijkt dat in gezinnen waar beide ouders werken het onbetaalde werk (werk in de huishouding) gelijkmatiger wordt gedeeld;
17. fait observer que, alors que le nombre de femmes participant au marché du travail a crû, les schémas de travail n'ont pas eu d'incidence significative en termes de réalisation de l'égalité entre l'homme et la femme; fait toutefois observer que des études confirment que, dans les familles dans lesquelles les deux parents travaillent, l'activité non rémunérée - tâches et responsabilités domestiques, par exemple - est répartie et partagée de manière plus équitable;