3. Wanneer voor de vernieuwing van een veestapel of een veebeslag niet-biologisch gehouden mannelijke zoogdieren en niet-biologisch gehouden vrouwelijke zoogdieren die nog niet geworpen hebben, op een bedrijf worden binnengebracht, moeten deze dieren daarna worden gehouden volgens de voorschriften voor de biologische productie.
3. Lors du renouvellement d'un cheptel ou d'un troupeau, les mammifères mâles adultes non biologiques et les mammifères femelles adultes nullipares non biologiques sont ensuite élevés selon les règles de la production biologique.