3. In deze verordening wordt onder "netwerk- en informatiebeveiliging" verstaan: het vermogen van een netwerk of informatiesysteem om met een gegeven niveau
van betrouwbaarheid bestand te zijn tegen toevallige gebeurtenissen of onwettige of kwaadaardige acties die de beschikbaarheid, authenticiteit, integriteit en vertrouwelijkheid van de opge
slagen of verzonden gegevens en de daaraan gerelateerde diensten die via deze netwerken en systemen w
orden aangeboden of toegankelijk ...[+++] zijn, in gevaar brengen;
3. Aux fins du présent règlement, on entend par "sécurité des réseaux et de l'information" la capacité d'un réseau ou d'un système d'information de résister, à un niveau de confiance donné, à des événements accidentels ou à des actions illégales ou malveillantes qui compromettent la disponibilité, l'authenticité, l'intégrité et la confidentialité des données stockées ou transmises et des services connexes que ces réseaux et systèmes offrent ou qu'ils rendent accessibles.