22. brengt in herinnering dat overeenkomstig artikel 49 van het Handvest "niemand mag worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijden dat het handelen of het nalaten geschiedde"; wijst er in dit verband op dat het toepassingsgebied van een aantal bepalingen in Afdeling 4 (Strafrechtelijke handhaving) onduidelijk is geformuleerd;
22. rappelle qu'en vertu de l'article 49 de la Charte, nul ne peut être condamné pour une action ou une omission qui, au moment où elle a été commise, ne constituait pas une infraction d'après le droit national ou le droit international; fait remarquer, à cet égard, que dans la partie 4 intitulée "Mesures pénales", le champ d'application de plusieurs dispositions est ambigu;