- Bestaat er geen onverantwoorde discriminatie ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet tussen de situatie van de hypotheekgever en die van de borg, aangezien artikel 82 van de faillissementswet aan de borg het voordeel geeft van de verschoonbaarheid die door de gefailleerde werd verkregen, terwijl het niet voorziet in de bevrijding van de hypotheekgever, hoewel beiden natuurlijke personen zijn die hebben aanvaard zich kosteloos borg te stellen voor de schuld van de gefailleerde ?
- N'existe-t-il pas une discrimination injustifiée au regard des articles 10 et 11 de la Constitution entre la situation de l'affectant hypothécaire et celle de la caution dès lors que l'article 82 de la loi sur les faillites fait profiter la seconde de l'excusabilité obtenue par le failli alors qu'il ne prévoit pas la libération du premier, bien que tous deux personnes physiques, aient accepté de garantir la dette du failli à titre gratuit ?