(11) De bevoegde autoriteiten zouden geen vergunning aan een kredietinstelling mogen verlenen of handhaven, wanneer de nauwe banden die tussen deze instelling en andere natuurlijke of rechtspersonen bestaan, van dien aard zijn dat zij een belemmering vormen voor de juiste uitoefening van hun toezichthoudende taken.
(11) Les autorités compétentes ne devraient pas accorder ou maintenir l'agrément d'un établissement de crédit lorsque les liens étroits qui unissent celui-ci à d'autres personnes physiques ou morales sont de nature à entraver le bon exercice de leur mission de surveillance.