In het vijfde lid is gesteld dat « indien een Staat die partij is de uitlevering afhankelijk maakt van het bestaan van een verdrag, een verzoek om uitlevering ontvangt van een andere Staat die partij is waarmee geen uitleveringsverdrag is gesloten, hij dit verdrag [kan] beschouwen als wettelijke grondslag voor uitlevering wegens de delicten waarop dit artikel van toepassing is ».
Le paragraphe 5 dispose que « Si un État partie qui subordonne l'extradition à l'existence d'un traité reçoit une demande d'extradition d'un État partie avec lequel il n' a pas conclu pareil traité, il peut considérer la présente Convention comme la base légale de l'extradition pour les infractions auxquelles le présent article s'applique».