Art. 11. § 1. Wanneer een werkgever behoort tot een paritair comité of subcomité op het niveau waarvan geen sectoraal pensioenstelsel zoals bedoeld in artikel 10 werd ingevoerd, kan deze werkgever, op het niveau van de onderneming, een pensioenstelsel invoeren, dat het bijzonder statuut geniet, vastgesteld in artikel 176, 4°bis van het Wetboek van met zegel gelijkgestelde taksen en in artikel 10 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, indien dat stelsel aan de volgende voorwaarden voldoet :
Art. 11. § 1. Lorsqu'un employeur ressortit à une commission ou sous-commission paritaire au niveau de laquelle aucun régime de pension sectoriel tel que visé à l'article 10, n'a été instauré, cet employeur peut instaurer au niveau de l'entreprise un régime de pension qui bénéficie du statut particulier défini à l'article 176, 4°bis du Code des taxes assimilées au timbre et à l'article 10 de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité, si ce régime remplit les conditions suivantes :