Als reden voor de publicatie van het nieuwe koninklijk besluit haalde de minister aan dat er geen overgangsregeling bleek te zijn uitgewerkt voor vrouwen tussen 41 en 43 jaar, die op het moment van de inwerkingtreding van het eerste koninklijk besluit al met een ivf-behandeling waren gestart.
La ministre a invoqué comme raison de la publication du nouvel arrêté royal qu'aucune mesure transitoire ne semblait avoir été élaborée pour les femmes de 41 à 43 ans qui avaient déjà entamé une fécondation in vitro au moment de l'entrée en vigueur du premier arrêté royal.