Daartoe moeten oogstopgaven van de voorgaande jaren worden voorgelegd, of, als er om gegronde redenen geen oogstopgave voorhanden is, moet gebruik worden gemaakt van andere middelen waarin de lidstaten voor dit doel voorzien en waarvan zij de betrouwbaarheid grondig aftoetsen.
Ces preuves doivent consister en des déclarations de récolte portant sur l’année précédente ou, si celles-ci ne sont pas disponibles pour des raisons légitimes, en tout autre élément prévu à cet effet par les États membres et dont il leur appartient de vérifier scrupuleusement la fiabilité.