De terugwerkende kracht die door artikel 161 van de wet van 25 april 2014 is verleend, wordt verantwoord doordat « de ontworpen bepalingen in feite geen nieuwigheid invoeren, maar louter in het verlengde liggen van de rechtspraak van het Hof van Cassatie [...].
La rétroactivité conférée par l'article 161 de la loi du 25 avril 2014 est justifiée par le fait que « les dispositions proposées n'introduisent en fait pas de nouveautés, mais s'inscrivent simplement dans le prolongement de la jurisprudence de la Cour de cassation [...].