1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat geen juridische belemmeringen de onder het toezicht op geconsolideerde basis vallende ondernemingen, of gemengde holdings en dochterondernemingen daarvan, of de in artikel 51, lid 10, bedoelde dochterondernemingen verhinderen om onderling de inlichtingen uit te wisselen die voor de uitoefening van het toezicht overeenkomstig de artikelen 52 tot en met 55 en het onderhavige artikel dienstig zijn.
1. Les États membres prennent les mesures nécessaires pour qu'aucun obstacle de nature juridique n'empêche les entreprises comprises dans le champ de la surveillance sur une base consolidée, ni les compagnies mixtes et leurs filiales, ou les filiales prévues à l'article 52, paragraphe 10, d'échanger entre elles les informations utiles pour l'exercice de la surveillance, conformément aux articles 52 à 55 et au présent article.