4. betreurt dat de EU nog steeds geen gemeenschappelijke, veelomvattende strategie voor het bevorderen van democratie heeft, en dringt er bij alle EU-instellingen en lidstaten op aan zich te blijven inspannen voor de aanneming van een dergelijke strategie; dringt er in dit verband bij alle EU-instellingen en lidstaten op aan om overeenstemming te bereiken over de opstelling van een Europese consensus over democratie;
4. déplore que l'Union ne dispose toujours pas d'une stratégie commune et globale d'encouragement de la démocratie et encourage les institutions de l'Union et les États membres à poursuivre leurs efforts afin de permettre l'adoption d'une telle stratégie; à cet égard, presse toutes les institutions européennes et les États membres de convenir d'un consensus européen sur la démocratie;