Er moet een einde worden gemaakt aan de verwarring die er bij een patiënt kan heersen tussen zijn wens om geen uitzichtloze therapieën te moeten ondergaan en euthanasie. Een patiënt heeft het recht om geen uitzichtloze therapieën te ondergaan als hij die niet wenst, maar dit impliceert niet dat er directe euthanasie moet worden toegepast.
Le patient a le droit de voir sa volonté de ne pas subir un acharnement thérapeutique rencontrée, sans que cela nécessite qu'une euthanasie directe soit pratiquée.