De verzoekende partijen voeren in het eerste onderdeel van het eerste middel aan dat de basisvaardigheden zoals ze zijn bevestigd bij de artikelen 2 tot 9 van het voormelde decreet van 26 april 1999 geen « referentiesystemen [zijn] die basiscompetenties uiteenzetten », aangezien zij één enkele inhoud hebben waardoor één enkele pedagogische methode wordt opgelegd die onverenigbaar zou zijn met artikel 24, §§ 1 en 3, van de Grondwet.
Les parties requérantes soutiennent dans la première branche du premier moyen que les socles de compétences tels qu'ils ont été confirmés par les articles 2 à 9 du décret précité du 26 avril 1999 ne sont pas des « référentiels présentant des compétences de base » puisqu'ils ont un contenu unique qui impose une méthode pédagogique unique qui serait incompatible avec l'article 24, §§ 1 et 3, de la Constitution.