Zoals de Raad van State terecht opmerkt, geeft de bepaling zoals zij door de regering is bedoeld, aan de Koning niet de bevoegdheid een regeling uit te werken die de bepalingen van de wet van 15 januari 1990 wijzigt op het punt van de toelaatbaarheid van de inzage noch de bevoegdheid heeft de wet van 8 december 1992 te wijzigen.
Le Conseil d'État a souligné avec raison qu'au sens où l'entend le gouvernement, la disposition en question n'attribue pas au Roi la compétence d'élaborer une réglementation modifiant les dispositions de la loi du 15 janvier 1990 en ce qui concerne l'admissibilité de la consultation, ni non plus celle de modifier la loi du 8 décembre 1992.