19. Indien het inspectieteam het gedurende een inspectie noodzakelijk acht het onderzoek uit te breiden tot een aangrenzende Staat die Partij is bij dit Verdrag, deelt de Directeur-Generaal die Staat die Partij is bij dit Verdrag mede dat toegang tot zijn grondgebied noodzakelijk is en verzoekt hij om regelingen voor de veilige ontvangst van het team en bevestigt hij deze.
19. Si, au cours d'une inspection, l'équipe d'inspection juge nécessaire d'étendre son enquête à un État partie voisin, le Directeur général avise cet État qu'il est nécessaire d'avoir accès à son territoire, lui demande de prendre des arrangements pour assurer la réception à bon port de l'équipe et confirme ces arrangements.