Als de gediplomeerde houder is van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat ander is dan dat van kleuteronderwijzer of van het bekwaamheidsbewijs van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs, afdeling lichamelijke opvoeding, bestaat de opleiding uit een stage van 20 lestijden in het kleuteronderwijs en uit 10 lestijden praktijkonderzoek met een onderwijzer.
a) Si le diplômé est titulaire d'un titre pédagogique autre que celui d'instituteur maternel ou du titre d'agrégé de l'enseignement secondaire inférieur, section éducation physique, la formation consiste en un stage de 20 périodes dans l'enseignement maternel et en 10 périodes d'analyse de pratique avec un enseignant.