Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
In het geding zijnde vervoersvoorwaarde

Traduction de «geding zijnde goed » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
in het geding zijnde vervoersvoorwaarde

réserve de transport contestée
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
De « Actes de la conférence de Luxembourg sur le brevet communautaire 1975 » (Handelingen van de conferentie van Luxemburg over het gemeenschapsoctrooi 1975) zijn noodzakelijk voor een goed begrip van de oorsprong van de in het geding zijnde bepaling.

Les « Actes de la conférence de Luxembourg sur le brevet communautaire 1975 » sont nécessaires à une bonne compréhension de la genèse de la disposition en cause.


De bij de in het geding zijnde bepaling opgelegde voorwaarden voor het verkrijgen van een kwijtschelding of vermindering van de onroerende voorheffing in verband met een onbewoond en improductief goed zijn relevant om de doelstellingen van de ordonnantiegever te bereiken die erin bestaan verkrotting te voorkomen en het renoveren en verhuren van voor huisvesting bestemde onroerende goederen aan te moedigen.

Les conditions imposées par la disposition en cause pour l'obtention d'une remise ou d'une modération du précompte immobilier afférent à un bien inoccupé et improductif sont pertinentes pour atteindre les objectifs du législateur ordonnanciel consistant à prévenir la taudisation et à encourager la rénovation et la mise en location des immeubles destinés au logement.


Zowel de bij de in het geding zijnde bepaling ingevoerde beperking van de kwijtscheldingen en proportionele verminderingen van de onroerende voorheffing als de oprichting van de GOMB en de toekenning van financiële middelen aan die instelling teneinde projecten inzake stadsvernieuwing tot een goed einde te brengen, zijn maatregelen die door de ordonnantiegever zijn genomen om zich te conformeren aan de verplichting die hem bij artikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet inzake het recht op behoorlijke huisvesting w ...[+++]

Tant la limitation des remises et modérations proportionnelles du précompte immobilier établie par la disposition en cause que la création de la SDRB et l'octroi à celle-ci de moyens financiers en vue de mener à bien des projets de rénovation urbaine sont des mesures prises par le législateur ordonnanciel en vue de se conformer à l'obligation que lui impose l'article 23, alinéa 3, 3°, de la Constitution en matière de droit au logement décent.


In dat verband gaat het Europees Hof in het bijzonder na of, op het ogenblik dat de eigendom van het in het geding zijnde goed wordt verworven, de verzoeker de eigendomsbeperkingen of de eventuele toekomstige beperkingen kende of had moeten kennen, of er gewettigde verwachtingen bestonden ten aanzien van het gebruik van zijn eigendomsrecht dan wel of er sprake was van een aanvaarding van het risico bij de aankoop, en onderzoekt het het belang van de opgelegde beperking en de mogelijkheid om de noodzaak van die beperking in rechte te betwisten (ibid.).

A cet égard, la Cour européenne examine en particulier si, au moment d'acquérir la propriété du bien en cause, le requérant connaissait ou aurait dû connaître les limitations de propriété ou les futures restrictions éventuelles, s'il existait des espérances légitimes quant à l'utilisation de son droit de propriété ou une acceptation du risque à l'achat, ainsi que l'importance de la restriction imposée et la possibilité de contester en justice la nécessité de cette restriction (ibid.).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 10 van de wet van 22 maart 2001 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt, in het derde lid ervan, dat artikel 10, eerste lid, van de in het geding zijnde wet niet van toepassing is « op de opbrengst van de afstand van het woonhuis van de betrokkene en/of van de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt die geen ander bebouwd onroerend goed bezit of bezitten », terwijl artikel 10, eerste lid, wel wordt toegepast « in ...[+++]

La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 10 de la loi du 22 mars 2001 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'il dispose, en son alinéa 3, que son alinéa 1 ne s'applique pas « au produit de la cession de la maison d'habitation de l'intéressé et/ou des personnes avec qui il partage la même résidence principale, qui n'a pas ou n'ont pas d'autre bien immeuble bâti », alors que l'article 10, alinéa 1, est d'application « si l'intéressé et/ou les personnes avec qui il partage la même résidence principale a ou ont un autre bien immeuble bâti ».


Het Hof moet derhalve nagaan of dat onteigeningsbesluit, wegens de in het geding zijnde bepaling, mogelijkerwijs niet zou moeten motiveren dat de onmiddellijke inbezitneming van het goed vereist is ten algemenen nutte, wegens de verantwoording van de dringende noodzakelijkheid die vervat zou zijn in de goedkeuring van het programma voor stedelijke herwaardering.

La Cour doit dès lors examiner si, en raison de la disposition en cause, cet arrêté d'expropriation pourrait ne pas devoir motiver que la prise de possession immédiate du bien est indispensable pour cause d'utilité publique, en raison de la justification de l'urgence qui serait contenue dans l'approbation du programme de revitalisation urbaine.


Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de overeenstemming van de in het geding zijnde bepaling met artikel 134 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre zij de hoofdelijkheid tussen de eigenaars van eenzelfde onroerend goed invoert wat de betaling van de leegstandheffing betreft.

La Cour est interrogée sur la conformité de la disposition en cause à l'article 134 de la Constitution, combiné avec l'article 6 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, en ce qu'elle introduit la solidarité entre les propriétaires d'un même immeuble quant au paiement de la taxe d'inoccupation.


De parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling benadrukt dat de naakte eigenaar de kosten van de heffing, die hij in eerste instantie zelf dient te dragen, zou kunnen trachten te recupereren bij de persoon die verantwoordelijk is voor de leegstand : « Het begrip eigenaar wordt omschreven als degene die het volle dan we1 een gedeeltelijk naakte eigendomsrecht kan laten gelden op het betrokken onroerend goed.

Les travaux préparatoires de la disposition en cause soulignent que le nu-propriétaire pourrait tenter de récupérer le coût de la taxe qu'il a été le premier à supporter, auprès de la personne qui est responsable de l'inoccupation : « La notion de propriétaire est définie comme celui qui est en mesure de faire valoir le droit de pleine propriété ou un droit partiel de nue-propriété sur le bien immeuble dont question.


Het in het geding zijnde artikel 60, tweede lid, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten legt evenwel, door impliciet te verwijzen naar de wet van 19 juli 1991, als een bijzondere voorwaarde voor de toepassing ervan, de verplichte inschrijving op binnen drie jaar na het verlijden van de notariële akte van verkrijging van het onroerend goed.

Toutefois, l'article 60, alinéa 2, en cause, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, en renvoyant implicitement à la loi du 19 juillet 1991, impose comme une condition particulière de son application l'inscription obligatoire dans les trois ans à compter de la passation de l'acte notarié d'acquisition du bien immeuble.


Het Hof stelt echter vast, enerzijds, dat uit de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt dat de rechter van oordeel is dat het in het geding zijnde goed onder het openbaar domein valt en dat de in het geding zijnde overeenkomst een concessie van openbare dienst is en, anderzijds, dat in de prejudiciële vraag de situatie van diegenen die waarborgen genieten die samenhangen met de handelshuur wordt vergeleken met de situatie van diegenen die die waarborgen niet genieten.

La Cour constate cependant, d'une part, qu'il apparaît de la motivation du jugement a quo que le juge estime que le bien en cause relève du domaine public et que la convention en cause est une concession de service public et, d'autre part, que la question préjudicielle compare la situation de ceux qui bénéficient des garanties attachées au bail commercial à la situation de ceux qui n'en bénéficient pas.




D'autres ont cherché : in het geding zijnde vervoersvoorwaarde     geding zijnde goed     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'geding zijnde goed' ->

Date index: 2023-04-25
w