Uit de feiten van de bij de verwijzende rechter hangende zaak blijkt dat de ouder die de toepassing van de in het geding zijnde bepaling wenst te verkrijgen zonder de erin bedoelde gezamenlijke schriftelijke aanvraag te kunnen voorleggen, beschikt over een vonnis van de Jeugdrechtbank te Brussel van 24 november 2000 waarbij werd beslist dat het ouderlijk gezag over het gemeenschappelijke kind gezamenlijk zou worden uitgeoefend door de beide ouders en dat dat kind afwisselend een week bij de moeder en een week bij de vader zou verblijven.
Il ressort des faits de la cause soumise au juge a quo que le parent qui souhaite l'application de la disposition en cause sans pouvoir produire la demande écrite conjointe visée dans cette disposition dispose d'un jugement du Tribunal de la jeunesse de Bruxelles du 24 novembre 2000 qui décide que l'autorité parentale sur leur enfant commun sera exercée conjointement par les deux parents et que cet enfant logera en alternance une semaine chez la mère et une semaine chez le père.