Het voor de verwijzende rechter hangende geschil heeft betrekking op het hoger beroep dat door een van de beklaagden buiten de door de in het geding zijnde bepaling vastgestelde termijn van vijftien dagen werd ingesteld, en dat enkel gericht is tegen de burgerlijke beschikkingen van een vonnis van de correctionele rechtbank, dat op tegenspraak werd gewezen en waarbij de strafvordering verjaard werd verklaard.
Le litige pendant devant le juge a quo concerne l'appel formé par un des prévenus, au-delà du délai de quinze jours fixé par la disposition en cause, et uniquement dirigé contre les dispositions civiles d'un jugement du tribunal correctionnel, prononcé contradictoirement, l'action publique ayant été déclarée prescrite.