Van deze lidstaten hebben er drie ook gebruik gemaakt van de tweede optie waarin artikel 4 voorziet. Zij hebben strafrechtelijke bepalingen vastgesteld op grond waarvan de rechter racistische motieven in overweging kan nemen (BE) of hebben via hun rechtspraak en gedetailleerde statistieken bewezen dat racistische en xenofobe motieven in overweging worden genomen (DE en UK).
Trois de ces huit États membres ont également recours à la deuxième option prévue à l’article 4, étant donné qu’ils possèdent des dispositions de droit pénal selon lesquelles la motivation raciste peut être prise en considération par leur juridiction (BE) ou qu'ils ont fourni la jurisprudence et des statistiques détaillées démontrant la prise en considération de la motivation raciste et xénophobe (DE et UK).