2. Wanneer de weersomstandigheden zulks in een van de in punt E bedoelde wijnbouwzones noodzakelijk hebben gemaakt, kunnen de betrokken lidstaten een verhoging toestaan van het (effectieve of potentiële) natuurlijke alcohol-volumegehalte van druiven, van druivenmost, van gedeeltelijk gegiste druivenmost, van jonge nog gistende wijn en van wijn die tot v.q.p.r.d. kan worden verwerkt, met uitzondering van producten die bestemd zijn om te worden verwerkt tot v.l.q.p.r.d.
2. Lorsque les conditions climatiques l'ont rendu nécessaire dans l'une des zones viticoles visées au point E, les États membres concernés peuvent autoriser l'augmentation du titre alcoométrique volumique naturel (acquis ou en puissance) du raisin frais, du moût de raisins, du moût de raisins partiellement fermenté, du vin nouveau encore en fermentation et du vin aptes à donner un v.q.p.r.d., à l'exception des produits destinés à être transformés en v.l.q.p.r.d.