3. Wat de gedecentraliseerde agentschappen betreft, herinneren de twee takken van de begrotingsautoriteit de directeuren en de raden van bestuur van die agentschappen aan hun verantwoordelijkheid om realistische, bij de reële behoeften aansluitende begrotingseisen te presenteren, en niet te ruim te budgetteren.
3. En ce qui concerne les agences décentralisées, les deux branches de l'autorité budgétaire rappellent aux directeurs exécutifs et aux conseils d'administration de ces agences leur devoir de présenter des demandes budgétaires réalistes, correspondant aux besoins réels et d'éviter la surbudgétisation.