8. Veronderstelt de door het Hof van Justitie gestelde voorwaarde dat " de btw slechts aftrekbaar is als er een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen de in de eerdere stadia verrichte handelingen en de handelingen in een later stadium waarvoor een recht op aftrek bestaat" , niet dat " de voor
de verwerving ervan gedane uitgaven zijn opgenomen in de prijs van de belaste handelingen in een later stadium waarvoor een recht
op aftrek bestaat" (bijvoorbeeld Hof van Justitie 26 mei 2005, nr. C-465/03, Kre
...[+++]tztechnik AG, r.o. 35)?
8. La condition énoncée par la Cour de Justitce, à savoir que " la TVA n'est déductible que s'il existe un lien direct et immédiat entre les opérations effectuées en amont et les opérations en aval ouvrant un droit à la déduction" et non que " les coûts des prestations acquises dans ce cadre font partie des frais généraux et sont, en tant que tels, des éléments constitutifs du prix des opérations en aval ouvrant un droit à la déduction" (par exemple, Cour de Justice 26 mai 2005, n° C-465/03, Kretztechnik AG, point 35)?