3. Om te garanderen dat het onderzoek van de gelijktijdig met ongevallen en incidenten optredende factoren op gecoördineerde wijze verloopt, zien de lidstaten toe op een goede samenwerking tussen de veiligheidsonderzoeksinstantie en andere instanties die bij het onderzoek betrokken kunnen zijn, zoals de gerechtelijke instanties, burgerluchtvaartautoriteiten, opsporings- en reddingsautoriteiten en andere instanties, op basis van eerder gemaakte afspraken.
3. Afin de garantir une bonne coordination des enquêtes sur les facteurs concomitants de l'accident ou de l'incident, les États membres s'assurent de la bonne coopération entre l'autorité responsable des enquêtes de sécurité et les autres autorités susceptibles de participer à l'enquête telles que les autorités judiciaires, de l'aviation civile, de recherche et de sauvetage sur la base d'accords anticipés.