1. Als zich in een bankgroep een noodsituatie voordoet die de stabiliteit van het financiële stelsel in een van lidstaten waar aan entiteiten van de groep vergunning is verleend, kan ondermijnen, waarschuwt de bevoegde autoriteit die belast is met het toezicht op geconsolideerde basis, de in artikel 49, onder a), en artikel 50 genoemde autoriteiten zo snel mogelijk, maar daarbij nemen ze wel de voorschriften van titel V, hoofdstuk 1, afdeling 2, in acht.
1. Lorsque survient, au sein d'un groupe bancaire, une situation d'urgence susceptible de menacer la stabilité du système financier dans un des États membres où des entités d'un groupe ont été agréées, l'autorité compétente chargée d'exercer la surveillance sur une base consolidée alerte dès que possible, sous réserve du chapitre 1, section 2, les autorités visées à l'article 49, point a), et à l'article 50.