29. benadrukt het belang van een volwaardig functionerend en onafhankelijk antifraude-orgaan voor de uitvoering van gecompliceerde en gevoelige onderzoeken; herhaalt zijn standpunt dat OLAF institutioneel onafhankelijk moet zijn van de Commissie en onder toezicht moet staan van een orgaan dat moet zorgen voor een deugdelijk juridisch toezicht op zijn werkzaamheden, ter waarborging van de vertrouwelijkheid en de bescherming van degenen die het onderwerp zijn van onderzoeken;
29. souligne l'importance dévolue au fonctionnement sans entraves d'un organe anti-fraude indépendant lorsqu'il s'agit de mener des enquêtes complexes et sensibles; réaffirme que l'OLAF doit être, sur le plan institutionnel, indépendante de la Commission et secondée par une instance légalement chargée d'assurer une supervision adéquate de ses opérations en garantissant la confidentialité des données et la protection des personnes faisant l'objet d'une enquête;