17. is verheugd over de daling van de jeugdwerkloosheid, maar wijst erop dat die in veel lidstate
n nog verontrustend hoog is en dat de daling niet noodzakelijkerwijs gebaseerd is op een nettotoename van het aantal banen; benadrukt dat ook baanonzekerheid en onderbenutting zijn toegenomen en dat in 2014 43 % van de jongeren een tijdelijke baan had en 32 % een deeltijdse baan; is verheugd over het besluit van de Commiss
ie om 1 miljard EUR vrij te maken als prefinanciering voor de jongerengarantie; vraagt de lidstaten alle beschikbare
...[+++] financiële middelen snel en efficiënt te gebruiken om het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief met ten minste minimale kwaliteitsnormen ten uitvoer te leggen; vraagt voorts dat deze middelen nauwgezet en doorlopend worden gemonitord om erop toe te zien dat ze jongeren helpen om langdurig vaste voet te krijgen op de arbeidsmarkt; verzoekt de lidstaten prioriteit te geven aan het leren van talen en mobiliteit te bevorderen met behulp van Europese programma's als ERASMUS+ en ERASMUS voor jonge ondernemers, en ook deel te nemen aan het werkgelegenheidsnetwerk EURES; wijst er tevens op dat leercontracten moeten worden erkend en aangemoedigd als middel voor jongeren om beroepskwalificaties te verwerven waarmee zij gemakkelijker een baan kunnen vinden; 17. se félicite de la baisse du chômage des jeunes, mais souligne que celui-ci reste à un taux inquiétant dans de nombreux États membres et régions et que cette réduction ne repose pas nécessairement sur une création nette d'emplois; souligne que la précarité et le sous-emploi ont également augmenté et qu'en 2014, 43 % des jeunes étaient sous contrat temporaire et 32 % à temps partiel; salue la décision de la Commission de débloquer un milliard d'euros pour le préfinancement de la garantie pour la jeunesse; invite les États membres à utiliser rapidement et efficac
ement tous les fonds disponibles afin de mettre en œuvre l'initiative po
...[+++]ur l'emploi des jeunes en respectant une qualité minimale; préconise en outre que ces fonds fassent l'objet d'un suivi attentif et continu pour veiller à ce qu'ils aident les jeunes à s'insérer durablement sur le marché de l'emploi; encourage les États membres à favoriser l'apprentissage des langues et à faciliter la mobilité, grâce à des programmes européens comme ERASMUS+ ou ERASMUS pour jeunes entrepreneurs, mais aussi à prendre part au réseau de l'emploi EURES; souligne également l'importance de valoriser et d'encourager l'apprentissage, qui permet aux jeunes d'acquérir les qualifications professionnelles qui faciliteront leur insertion sur le marché de l'emploi;