9. stelt vast dat er in de Unie sprake is van een groot gebrek aan concentratievermogen bij jongeren; verzoekt de Commissie derhalve door middel van een studie onderzoek te doen naar de belangrijkste oorzaken voor dit gebrek aan concentratie onder leerlingen;
9. fait valoir qu'il convient de constater, dans l'Union européenne, de graves lacunes dans l'aptitude qu'ont les jeunes à se concentrer; demande à la Commission, sur la base de ce constat, de rechercher, dans le cadre d'une étude, les causes essentielles de ces difficultés de concentration des élèves, garçons et filles;