In de gebieden waar volgens de bestreden bepaling van de bestemmingsvoorschriften ka
n worden afgeweken, mogen gebouwen niet zonder meer worden heropgebouwd of, in geval van woningbouw, uitgebreid, maar kan slechts een vergunning worden verleend « op voorwaarde dat de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad », wat onder meer inhoudt dat « de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de beoogde verwev
ing van functies de aanwezige of te realiseren be ...[+++]stemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengt of verstoort » (artikel 145, § 1, laatste lid, van het decreet van 18 mei 1999).
Dans les zones où il peut être dérogé aux règles d'affectation, conformément à la disposition attaquée, les bâtiments ne peuvent pas automatiquement être reconstruits, ou, s'il s'agit d'immeubles d'habitation, être agrandis, et un permis peut seulement être accordé « à condition qu'il ne [soit] pas porté préjudice au bon aménagement du territoire », ce qui signifie notamment que « la capacité spatiale de la zone [ne soit] pas dépassée et que l'imbrication prévue des fonctions ne [compromette] ou ne gène pas les affectations présentes ou à réaliser dans les environs immédiats » (article 145, § 1, dernier alinéa, du décret du 18 mai 1999).