(3) Aangezien vele visbestanden verder achteruitgaan, moet het gemeenschappelijk visserijbeleid worden verbeterd om te zorgen voor de levensvatbaarheid op lange termijn van de visserijsector via een duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen op basis van degelijke wetenschappelijke adviezen en de voorzorgsaanpak, die gebaseerd is op dezelfde overwegingen als het in artikel 174 van het Verdrag genoemde voorzorgsbeginsel.
(3) Compte tenu de la diminution persistante de nombreux stocks halieutiques, il convient d'améliorer la politique commune de la pêche afin de garantir la viabilité à long terme du secteur de la pêche par une exploitation durable des ressources aquatiques vivantes reposant sur des avis scientifiques sérieux et sur l'approche de précaution, qui est fondée sur les mêmes considérations que le principe de précaution visé à l'article 174 du traité.