Voedermiddelen van minerale oorsprong en diervoederadditieven die krachtens artikel 19 voor gebruik in de biologische productie zijn toegelaten, alsmede fytotherapeutische en homeopatische producten, moeten worden verkozen boven chemisch gesynthetiseerde, allopathische diergeneesmiddelen, waaronder antibiotica, mits hun therapeutisch effect doeltreffend is voor de betreffende diersoort en de aandoening waarop de behandeling is gericht.
Les matières premières d'origine minérale pour aliments des animaux et les additifs nutritionnels dont l'utilisation est autorisée dans la production biologique conformément à l’article 19 ainsi que les produits phytothérapeutiques et homéopathiques sont utilisés de préférence aux médicaments vétérinaires allopathiques chimiques de synthèse, notamment aux antibiotiques, à condition qu’ils aient un effet thérapeutique réel sur l’espèce animale concernée et sur l'affection pour laquelle le traitement est prévu.
