Art. 11. Behalve wanneer de Nationale Loterij daarvan al in bezit is, moet een fysieke deelnemingstitel waarmee een lot in natura is gewonnen, op straffe van uitsluiting, door de eigenaar ervan worden voorgelegd ten zetel van de Nationale Loterij of, als deze laatste het opportuun acht, aan één van haar regionale kantoren binnen een periode die door de Nationale Loterij wordt bepaald en die niet korter dan 7 dagen of langer dan 140 dagen mag zijn.
Art. 11. Sauf dans le cas où il est déjà en possession de la Loterie Nationale, un titre de participation physique bénéficiaire d'un lot en nature doit, sous peine de forclusion, être présenté par son propriétaire au siège de la Loterie Nationale ou, si celle-ci l'estime opportun, à l'un de ses bureaux régionaux ou à un point de vente, pendant une période qui, fixée par la Loterie Nationale, ne peut être inférieure à 7 jours et supérieur de 140 jours à compter du jour du tirage au sort concerné.