Is de Commissie het ermee eens dat het specifieke karakter van de instelling, als censor van de fouten van anderen, geen reden mag zijn voor ambtenaren van de Rekenkamer, maar ook van andere instellingen, om gemelde gevallen van wanbeheer, fraude of welke andere illegale activiteit dan ook te verdoezelen om de roep van onberispelijkheid van de Rekenkamer hoog te houden?
La Commission n’estime-t-elle pas que le caractère spécial de la Cour des comptes, censeur des errements d’autrui, pourrait inciter les fonctionnaires, non seulement de la Cour mais d’autres institutions, à dissimuler les cas de mauvaise gestion, de fraude ou de toute activité illégale portés à leur connaissance afin de maintenir l’image d’irréprochabilité de la Cour des comptes?