Er zijn echter grote verschillen tussen de deelgebieden : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest haalt 43 % (38 vrouwen en 51 mannen), de Duitstalige Gemeenschap slechts 16 % (4 vrouwen en 21 mannen). De andere zitten daartussenin : 23 % vrouwen in het Waals Gewest (17 vrouwen en 58 mannen), 29 % in de Franstalige Gemeenschap (27 vrouwen en 65 mannen) en 31 % in de Vlaamse Gemeenschap (39 vrouwen en 85 mannen).
Il y a cependant de fortes disparités selon l'entité fédérée, allant de 43 % en Région de Bruxelles-Capitale (38 femmes pour 51 hommes) à seulement 16 % en Communauté germanophone (4 femmes pour 21 hommes) en passant par 23 % de femmes en Région wallonne (17 femmes pour 58 hommes), 29 % de femmes en Communauté française (27 femmes pour 65 hommes), et 31 % de femmes en Communauté flamande (39 femmes pour 85 hommes).