22. is derhalve van oordeel dat, aangezien de EU en de lidstaten er alle belang bij hebben de mobilitei
t van werknemers te vergroten, eventuele obstakels voor interne en grensoverschrijdende mobiliteit moeten worden opgeheven en er een oplossing moet w
orden gevonden voor problemen zoals gebrekkige overdraagbaarheid, langdurige opbouwperiodes, handhaving van slapende rechten, non-regressi
e en verschillen in fiscale behandeling en boek ...[+++]houdkundige beginselen;
22. estime par conséquent que s'il est de l'intérêt de l'Union européenne et des États membres d'accroître la mobilité des travailleurs, les obstacles à la mobilité interne et transfrontalière doivent être levés et les questions telles que l'absence de possibilité de transfert, la durée excessive des délais de carence, la préservation des droits dormants, la non-régression ou les différences de régime fiscal ou de principes actuariels doivent être réglées;