Hoewel een recht op een nationaliteit, vergelijkbaar met datgene dat is opgenomen in artikel 15 van de Universele Verklaring va
n de rechten van de mens, noch door het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, noch door de Protocollen erbij wordt gewaarborgd, kan een willekeurige weigering van de nationaliteit in sommige omstandigheden een inmenging vormen in de uitoefening
van de rechten die voortvloeien uit artikel 8 van het Verdrag (EHRM, beslissing van 12 januar
i 1999, Karassev t. Finland ...[+++]; EHRM (grote kamer), 23 januari 2002, Slivenko en anderen t. Letland).Bien qu'un droit à une nationalité, semblable à celui qui est inscrit à l'article 15 de la Déclaration universelle des dr
oits de l'homme, ne soit garanti ni par la Convention européenne des droits de l'homme, ni par ses Protocoles, un refus arbitraire
de nationalité peut dans certaines conditions constituer une ingérence dans l'exercice des droits découlant de l'article 8 de la Convention (CEDH, décision du 12 janvie
r 1999, Karassev c. ...[+++]Finlande; CEDH (grande chambre), 23 janvier 2002, Slivenko et autres c. Lettonie).