5° indien een niet te verwaarlozen bedrag van de financiële opbrengsten voortvloeit uit de belegging van de vlottende middelen die voortkomen uit de geldstroom van de in de loop van het boekjaar gedane ontvangsten en uitgaven van de verschillende diensten of groepen van diensten, worden de financiële opbrengsten ingevolge de belegging van deze middelen toegekend aan de desbetreffende diensten of groepen van diensten overeenkomstig de regels, vastgelegd volgens de procedure en de nadere regels voorzien in artikel 18 van dit besluit.
5° si un montant non négligeable des produits financiers provient du placement des disponibilités courantes résultant du flux des recettes et des dépenses en cours d'année des différents services ou groupes de services, les produits financiers résultant du placement de ces disponibilités, sont attribués aux services ou aux groupes de services concernés, selon les règles arrêtées conformément à la procédure et aux modalités prévues à l'article 18 du présent arrêté.