Het overeenkomstig de tweede bankenrichtlijn aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen opgelegde beroepsgeheim stelt de Belgische wetgever niet in staat om aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen de verplichting op te leggen aan de minister van Financiën gedragingen te melden, ongeacht of het gaat om inbreuken of niet, die ze vaststelt in het kader van haar controle op de kredietinstellingen.
Le secret bancaire imposé en vertu de la seconde directive bancaire à la Commission bancaire et financière ne permet pas au législateur d'imposer à cette commission de signaler au ministre des Finances des comportements, constituant ou non des infractions, constatés dans l'exercice de son contrôle des organismes de crédit.