b) in haar advies 33.182/2, gegeven op 29 april 2002, over een voorontwerp van wet « betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten », dat de voornoemde wet van 2 augustus 2002 (4) geworden is, heeft de afdeling wetgeving grondwettigheidsbezwaren geuit ten aanzien van de nadere regels voor de financiering van de CBF en de CDV. Deze bezwaren gelden nog altijd wat betreft de wijze van financiering waarin het ontwerp van besluit voor de CBFA voorziet.
b) dans son avis 33.182/2, donné le 29 avril 2002, sur l'avant-projet de loi « relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers » devenu la loi du 2 août 2002, précitée (4), la section de législation du Conseil d'Etat a émis des objections d'inconstitutionnalité à l'égard du mode de financement de la CBF et de l'OCA. Ces objections restent d'actualité en ce qui concerne le mode de financement envisagé par le projet d'arrêté pour la CBFA.