Verjaringstermijn Art. 58. De partijen nemen de wetgevende of andere ma
atregelen die nodig zijn om te waarborgen dat de verjaringstermijnen voor het instelle
n van gerechtelijke procedures ten aanzien van de overeenkomstig de artikelen 36, 37, 38 en 39 van dit Verdrag
strafbaar gestelde feiten toereikend zijn en in verhouding staan tot de ernst van het desbetreffende strafbare feit, zodat het slachtoffer na het bereiken van de meer
...[+++]derjarigheid in de gelegenheid is een procedure in te stellen.
Prescription Art. 58. Les Parties prennent les mesures législatives et autres nécessaires pour que le délai de prescription pour engager toute poursuite du chef des infractions établies conformément aux articles 36, 37, 38 et 39 de la présente Convention, continue de courir pour une durée suffisante et proportionnelle à la gravité de l'infraction en question, afin de permettre la mise en oeuvre efficace des poursuites, après que la victime a atteint l'âge de la majorité.