3° de rechthebbende die uit de echt gescheiden is, gescheiden van tafel en bed of feitelijk gescheiden, indien zijn echtgenoot of ex-echtgenoot bijslagtrekkende is voor een of meer kinderen waarvoor de rechthebbende het recht op kinderbijslag opent, op voorwaarde dat deze echtgenoot of ex-echtgenoot geen nieuw huwelijk aanging of een feitelijk gezin vormt in de zin van artikel 56bis, § 2;
3° l'attribuaire divorcé, séparé de corps ou séparé de fait, si son conjoint ou ex-conjoint est allocataire pour un ou plusieurs enfants pour lesquels l'attribuaire ouvre le droit aux allocations familiales, à condition que ce conjoint ou ex-conjoint n'ait pas contracté un nouveau mariage et ne forme pas un ménage de fait au sens de l'article 56bis, § 2;