Traduction de «feit dat grondrechten geen aangelegenheid » (Néerlandais → Français) :

Het feit dat de bescherming van het recht op integriteit voorts een taak is voor elke overheid, binnen haar bevoegdheidssfeer, vloeit bovendien reeds voort uit het feit dat grondrechten geen aangelegenheid op zich vormen, in de zin van de regeling inzake de respectieve bevoegdheden van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten : « Het staat aan elke overheid de inachtneming (van grondrechten) te waarborgen door ze te concretiseren wanneer zij haar bevoegdheden uitoefent (49)».
En outre, le fait que la protection du droit à l'intégrité incombe à chaque autorité, qui doit l'assurer dans les limites de sa sphère de compétences, découle du fait que les droits fondamentaux ne constituent pas une matière en soi au sens des règles de répartition des compétences entre l'autorité fédérale, les communautés et les régions : « C'est à chaque autorité qu'il appartient d'assurer le respect (des droits et libertés fondamentaux) en les concrétisant lorsqu'elle exerce les compétences qui sont les siennes (49)».

Bovendien vormen de grondrechten geen aangelegenheid op zich in de zin van de regeling inzake de respectieve bevoegdheden van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten.
En outre, les droits fondamentaux ne constituent pas une matière en soi au sens du règlement concernant les compétences respectives du pouvoir fédéral, des communautés et des régions.

18. verzoekt de Commissie het belang van het mensenrecht op water en sanitaire voorzieningen en van water als een publiek goed en een fundamentele waarde voor alle EU-burgers te erkennen, evenals het feit dat water geen handelswaar is; uit zijn bezorgdheid over het feit dat sinds 2008, als gevolg van de financiële en economische crisis en het bezuinigingsbeleid, dat de armoede in Europa en het aantal huishoudens met een laag inkomen heeft doen toenemen, steeds meer mensen moeite hebben om hun waterrekening te betalen en dat betaalbaarheid een punt van toenemende zorg is; keert zich tegen de (gedwongen) afsluiting van de watertoevoer, en verzoekt de lidstaten om onmiddellijk een einde aan dergelijke toestanden te maken, wanneer deze te wijten zijn aan sociaaleconomische factoren bij huishoudens met een laag inkomen; is verheugd over het feit dat in sommige lidstaten "waterbanken" of minimumwaterquota's worden gebruikt om de meest kwetsbare burgers te helpen met hun gebruikskosten, teneinde water als onvervreemdbaar element van de grondrechten te waarborgen;
18. appelle la Commission à reconnaître l'importance du droit humain à l'eau et à l'assainissement ainsi que l'importance de l'eau en tant que bien public revêtant une importance fondamentale pour l'ensemble des citoyens de l'Union et non en tant que marchandise; constate avec préoccupation que depuis 2008, du fait de la crise financière et économique et des politiques d'austérité qui ont creusé la pauvreté en Europe et entraîné à la hausse le nombre de ménages à faibles revenus, de plus en plus de personnes ont des difficultés à payer leurs factures d'eau et que l'accessibilité économique de l'eau suscite une inquiétude croissante; s'oppose aux coupures d'eau et aux coupures forcées de l'approvisionnement en eau et demande aux États membres de mettre immédiatement un terme à ces situations lorsqu'elles sont dues à des problèmes socio-économiques rencontrés par des ménages défavorisés; se félicite que, dans certains États membres, des "banques d'eau" ou quotas minimums d'eau soient utilisés pour aider les personnes les plus vulnérables à assumer les coûts des services publics, afin de garantir l'eau en tant que composant inaliénable des droits fondamentaux;

18. verzoekt de Commissie het belang van het mensenrecht op water en sanitaire voorzieningen en van water als een publiek goed en een fundamentele waarde voor alle EU-burgers te erkennen, evenals het feit dat water geen handelswaar is; uit zijn bezorgdheid over het feit dat sinds 2008, als gevolg van de financiële en economische crisis en het bezuinigingsbeleid, dat de armoede in Europa en het aantal huishoudens met een laag inkomen heeft doen toenemen, steeds meer mensen moeite hebben om hun waterrekening te betalen en dat betaalbaarheid een punt van toenemende zorg is; keert zich tegen de (gedwongen) afsluiting van de watertoevoer, die het als schending van de mensenrechten beschouwt, en verzoekt de lidstaten om onmiddellijk een einde aan dergelijke toestanden te maken, wanneer deze te wijten zijn aan sociaaleconomische factoren bij huishoudens met een laag inkomen; is verheugd over het feit dat in sommige lidstaten "waterbanken" of minimumwaterquota's worden gebruikt om de meest kwetsbare burgers te helpen met hun gebruikskosten, teneinde water als onvervreemdbaar element van de grondrechten te waarborgen;
18. appelle la Commission à reconnaître l'importance du droit humain à l'eau et à l'assainissement ainsi que l'importance de l'eau en tant que bien public revêtant une importance fondamentale pour l'ensemble des citoyens de l'Union et non en tant que marchandise; constate avec préoccupation que depuis 2008, du fait de la crise financière et économique et des politiques d'austérité qui ont creusé la pauvreté en Europe et entraîné à la hausse le nombre de ménages à faibles revenus, de plus en plus de personnes ont des difficultés à payer leurs factures d'eau et que l'accessibilité économique de l'eau suscite une inquiétude croissante; s'oppose aux coupures d'eau et aux coupures forcées de l'approvisionnement en eau, qui constituent des violations des droits de l'homme, et demande aux États membres de mettre immédiatement un terme à ces situations lorsqu'elles sont dues à des problèmes socio-économiques rencontrés par des ménages défavorisés; se félicite que, dans certains États membres, des "banques d'eau" ou quotas minimums d'eau soient utilisés pour aider les personnes les plus vulnérables à assumer les coûts des services publics, afin de garantir l'eau en tant que composant inaliénable des droits fondamentaux;

Verder heeft het feit dat collega-lidstaten geen druk op elkaar uitoefenen ermee te maken dat de lidstaten zich tot dusver niet houden aan hun verplichting op grond van artikel 99, lid 1 van het Verdrag, dat luidt: "De lidstaten beschouwen hun economisch beleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren het in het kader van de Raad (...)".
Par ailleurs, l'absence de pression des pairs tient largement au fait que jusqu'à présent les États membres n'ont pas respecté l'obligation qui leur incombe au titre de l'article 99 du traité de considérer leurs politiques économiques comme une question d'intérêt commun et de les coordonner au sein du Conseil.

8. gaat ervan uit dat het Portugese voorzitterschap niet van plan is de discussie op de Europese Raad van Feira over het Handvest van de grondrechten te voeren als een bevestiging van het feit dat er geen problemen bestaan ten aanzien van de definiëring of toepassing van de grondrechten in de Europese Unie die niet door de verschillende lidstaten kunnen worden opgelost, in het kader van hun eigen grondwet en van de overeenkomst inzake de bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, waaraan alle landen, ook de EU, gebonden zijn;
8. voit, dans le fait que la Présidence portugaise ne soit, a priori, pas disposée à soumettre la Charte des Droits fondamentaux au débat lors du Conseil européen de Feira, une reconnaissance de ce qu’il n’existe pas de problèmes relatifs à la définition ou à l’application des droits fondamentaux dans l’Union européenne qui ne puissent être résolus par les différents États membres dans le cadre de leur constitution et de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, à laquelle ils sont tous liés, de même que l’Union européenne elle-même;

Het Vlaams Parlement haalde de recente adviespraktijk aan van de Raad van State evenals de recente rechtspraak van het Arbitragehof waaruit blijkt dat de grondrechten waarvoor de Grondwet in geen specifieke bevoegdheidsverdelende regel heeft voorzien, of die in de Grondwet niet vermeld staan (de nieuwe grondrechten), geen afzonderlijke aangelegenheid vormen die als zodanig tot de bevoegdheid van de federale wetgever behoort.
Des avis récents du Conseil d'État et la jurisprudence récente de la Cour d'arbitrage ont également été invoqués, dont il ressort, selon le Parlement flamand, que les droits fondamentaux pour lesquels la Constitution n'a pas prévu de règle répartitrice de compétences spécifique ou qui ne sont pas mentionnés dans la Constitution - les nouveaux droits fondamentaux - ne constituent pas une matière distincte relevant en tant que telle de la compétence du législateur fédéral.