Art. 20. Wanneer het directiecomité van een federale dienst het nodig acht, en mits akkoord van de in raad vergaderde ministers, kan aan de federale statutaire ambtenaren van die dienst, die een bepaalde graad, eventueel een functiefamilie in deze graad, of vakklasse bekleden, worden voorgesteld om hun kandidatuur in te dienen om ter beschikking gesteld te worden, ofwel van een andere federale dienst, ofwel van één begunstigde dienst, ofwel van de een of de andere.
Art. 20. Lorsque le comité de direction d'un service fédéral l'estime nécessaire, et moyennant accord des ministres réunis en conseil, il peut être proposé aux agents statutaires fédéraux de ce service dotés d'un grade, éventuellement d'une famille de fonctions dans ce grade, ou d'une classe de métiers déterminée d'introduire leur candidature pour être mis à disposition soit d'un autre service fédéral, soit d'un service bénéficiaire, soit de l'un ou l'autre.