Art. 6. Wanneer een jongere toevertrouwd aan een IPPJ afwezig is zonder toelating, verwittigt er de directie van de betrokken IPPJ de bevoegde rechter van, de federale politie alsook de personen die het ouderlijk gezag met betrekking tot deze jongere uitoefenen.
Art. 6. Lorsqu'un jeune confié à une I. P.P.J. s'absente sans autorisation, la direction de l'I. P.P.J. concernée en avise le juge compétent, la police fédérale ainsi que les personnes qui exercent l'autorité parentale relative à ce jeune.