De wetgever verantwoordde de beperking van de terugwerkende kracht van de schadeloosstelling door de bekommernis om de preventieve actie, zoals die in de wet van 24 december 1963 werd vastgelegd, te versterken, aangezien vastgesteld werd dat heel wat slachtoffers van beroepsziekten wachtten tot zij zwaar waren aangetast vooraleer zij een aanvraag bij het Fonds voor de beroepsziekten (hierna : FBZ) indienden.
Le législateur a justifié la limitation de l'effet rétroactif de l'indemnisation par le souci de renforcer l'action préventive telle qu'elle était fixée par la loi du 24 décembre 1963, dès lors qu'il était apparu que de nombreuses victimes de maladies professionnelles attendaient d'être gravement atteintes avant d'introduire une demande auprès du Fonds des maladies professionnelles.