4. Indien de lidstaat van oordeel is dat pr
oducten waarvoor de exporteur aanspraak maakt op toepassing van een uitzondering op grond van dit artikel, zijn uitgevoerd naar een ander land dan het in de aangifte ten uitvoer vermelde land of, naar gelang van het geval, naar een land buiten de betrokken perifere restitutiezone waarvoor de restitutie wordt vastgesteld, dan wel dat de exporteur op kunstmatige wijze een uitvoertransactie heeft opgesplitst met de bedoeling gebruik te maken van een uitzondering, bepaalt de lidstaat onmiddellijk dat de betrokken exporteur niet meer in aanmerking komt voor enige uitzondering op grond van dit artikel
...[+++].
4. Si l’État membre estime que les produits pour lesquels l’exportateur demande une exemption au titre du présent article ont été exportés vers un pays autre que celui mentionné dans la déclaration d’exportation ou, le cas échéant, vers un pays situé en dehors de la zone de restitution éloignée pour laquelle la restitution a été fixée, ou que l’exportateur a procédé à une division artificielle de l’opération d’exportation afin de profiter d’une exemption, l’État membre retire sans délai à l’exportateur concerné le bénéfice de l’exemption accordée par le présent article.