2. Voor geringe fraude, die betrekking heeft op een totaalbedrag van minder dan 4 000 ecu en waarbij zich volgens zijn wetgeving geen bijzondere strafverzwarende omstandigheden voordoen, kan een Lid-Staat evenwel in sancties voorzien van een andere aard dan de in lid 1 bedoelde.
2. Toutefois, un Etat membre peut prévoir, pour les cas de fraude mineure portant sur un montant total inférieur à 4 000 écus et ne présentant pas de circonstances particulières de gravité selon sa législation, des sanctions d'une autre nature que celles prévues au paragraphe 1.